“Tijdens de pauze nam ik hem apart om het uit te leggen. Cliënt en gespreksvoerder waren daarmee erg geholpen. Dat maakt me blij. Naast tolk ben je vooral mens.”
– Hala Al Saadoun
Hala Al Saadoun is geboren in Bagdad in de jaren ‘70. Zij is de enige dochter van een hoogwaardigheidsbekleder in Bagdad en zijn vrouw.
Bagdad School of Music and Ballet
Vanaf haar 6e tot haar 18e jaar zit Hala op het prestigieuze ‘Bagdad School of Music and Ballet’. Na een strenge selectie wordt ze aangenomen. Voor haar wordt de cello uitgekozen: “Ik wilde veel liever piano spelen”, vertelt Hala. “Mijn vingers waren niet geschikt. Vanaf groep twee liep ik, als meisje van 8 jaar, dagelijks te sjouwen met mijn grote cello door Bagdad. Het was de meest beroemde school in de Arabische wereld. Het was een eer om op deze school te worden toegelaten. Voor mij was het vooral gezellig om met al deze kinderen op te groeien, ik was enig kind.”
Na haar school moet ze van haar vader economie studeren op de universiteit. Als enig kind moet ze inzicht krijgen in het beheer van het familiekapitaal. “Tijdens mijn studie economie was ik altijd bij de studenten van ‘Bagdad School of Music and Ballet’, daar voelde ik me thuis.”
Alleen op de vlucht
Door de oorlog in 2003 moest ze vluchten voor haar leven. Haar ouders waren al omgekomen in deze oorlog. Ze wilde vluchten naar familie in Duitsland. Op de vraag hoe deze vlucht verliep, krijgt ze tranen in haar ogen. “Ik kan dat niet vertellen”, zegt Hala. “Dat lukt me echt niet.” Het blijft even stil. “Wel kan ik je zeggen dat het verschrikkelijk was en al mijn geld heeft gekost.” In het land van aankomst gaat het verder mis. De reisbegeleider (mensensmokkelaar) zegt dat hij haar moet aanmelden bij de douane op Schiphol en haar paspoort en koffer nodig heeft. Zij moet blijven wachten.
“Na 15 uur wist ik dat hij niet meer terug zou komen en raakte in paniek. Ik was helemaal alleen en vroeg hulp aan de Marechaussee op Schiphol. Ze zeiden: “Welkom in Nederland. ”
Ze was met opzet naar Nederland gebracht. Het was makkelijker om Nederland binnen te komen als mensenhandelaar dan Duitsland. En daar maakte hij handig gebruik van.
Eenzaam in Friesland
Hala kon zich niet verstaanbaar maken en de hulp van een tolk ontbrak. Ze werd naar het aanmeldcentrum op Schiphol gebracht en vervolgens ging ze naar Gilze en Rijen. Daar heeft ze leren vechten en voor zichzelf leren opkomen. Na anderhalf jaar kreeg ze een verblijfsvergunning, leerde de Nederlandse taal en kreeg een baan bij Philips in Drachten.
Dat was geen fijne tijd, het was bijna onmogelijk om contact te krijgen met de collega’s en lokale bevolking. Er werd uitsluitend Fries gesproken. Door de grote taal- en cultuurverschillen raakte ze in een isolement.
“Ik dacht ik moet wel mijn doel voor ogen houden: een fijne baan, fijne huisvesting. Kortom een volwaardig nieuw leven in een veilig land. Toen ben ik de mbo opleiding niveau 4 bedrijfseconomie gaan doen in het Nederlands. Met als resultaat: geweldige cijfers én het diploma.”
Kans in Den Haag
Via de sociale huisvesting in Den Haag krijgt ze een andere woning toegewezen. Ze verhuist vanuit het hoge noorden en gaat opzoek naar werk. Hala is er van overtuigd dat ze met haar diploma’s op zak een goede baan kan vinden. Het loopt anders.
De gemeente Den Haag biedt haar inderdaad ander werk aan. Ze verhuist daarom opgewekt naar Den Haag. De baan blijkt echter ver beneden haar niveau. “Als ik daar aan terug denk voel ik nog de schaamte.” Ze vervolgt: “Ik voelde me echt niet te groot om mijn handen uit de mouwen te steken maar dat ze mijn diploma’s negeerden, kon ik niet geloven.” Tijdens de intake nam een nieuwe accountmanager het woord. Hij zei: “Wacht eens even. Wil jij geen tolk worden? Zal ik jouw cv aan Tolk- en Vertaalcentrum Nederland (TVcN. Nu Global Talk) sturen? Zij hebben een traject waarbij vluchtelingen worden opgeleid tot tolk.”
Van de 200 aanmeldingen werden 20 kandidaten geselecteerd. Hala was een van de gelukkigen. Vanaf 2006 werkt ze als tolk.
Specialisaties
Haar specialismen zijn de gezondheidzorg, het sociaal domein (Wmo), mensenhandel en tap- en verhoordiensten voor de opsporing.
Naast taalverschillen ziet ze veel fout gaan door culturele misverstanden:
“Bij de gemeente werd een gespreksvoerder enorm boos. De cliënte was een streng gelovige moslima die wegkeek. Hij vond dit onverteerbaar en respectloos. Tijdens de pauze nam ik hem apart om het uit te leggen. Cliënt en gespreksvoerder waren daarmee erg geholpen. Dat maakt me blij. Naast tolk ben je vooral mens.”
Haar grootste wens is beëdigd tolk worden. “Ik vind het leuk als ik mijn tolknummer kan laten zien en niet meer beëdigd hoef te worden voor een rechtszaak. Dat wordt mijn volgende doel!”