Een mooie toekomst als arts in Syrië. Dat was het beeld dat de nu 22-jarige Jan Mustafa tot 2020 had. Vanaf dat moment werd alles anders. De situatie in zijn stad werd onveilig en vluchten was de enige optie. Als achttienjarige jongen kwam hij in zijn eentje naar Nederland en moest hij helemaal opnieuw beginnen. Nu werkt hij als tolk en start hij binnenkort aan zijn studie geneeskunde. “Je moet altijd de kansen in het leven blijven zien.”
Dat zegt hij in vloeiend Nederlands. De taal die hij zichzelf in korte tijd perfect heeft aangeleerd. “Ik kwam midden in de coronalockdown in een asielzoekerscentrum in Deventer terecht. Omdat ik achttien was, mocht ik niet direct naar school. Een jaar lang zat ik daar. Geen makkelijke tijd. Ik heb me toen gericht op het leren van de taal. Uren achter elkaar leren, woordjes stampen en dat blijven herhalen.”
Grote dromen
Jans grote droom is hartchirurg worden. “In Syrië was ik begonnen aan de studie geneeskunde. Dat wilde ik doorzetten in Nederland. Helaas was dat makkelijker gezegd, dan gedaan. De taal sprak ik snel op B2-niveau, daarna heb ik op de Radboud Universiteit doorgeleerd om C1-niveau te halen. Ook dat ging soepel. Vervolgens heb ik een speciaal maatwerktraject gevolgd en slaagde ik binnen een jaar cum laude voor de vwo-examens van jaar 4,5 en 6. Geneeskunde was de volgende stap, maar daar werd ik niet toegelaten.”
Om toegelaten te worden tot geneeskunde moest Jan de kennistoets halen en de situationele beoordelingstest. De kennistoets haalde hij met een uitstekende score, maar de situationele beoordelingstest haalde hij niet. Een test die volgens Jan onmogelijk te halen is voor niet-Nederlanders, zo zegt hij in een interview met het AD. Daar waren meer mensen het mee eens. Jan werd door D66 uitgenodigd in de Tweede Kamer om het gesprek aan te gaan. “Het is fijn dat ze naar me luisterden. Ik ben geen opgever. Toen ik werd afgewezen, ben ik gaan knokken om mijn doel alsnog te bereiken. Inmiddels heb ik een mooi netwerk opgebouwd in de medische wereld en veel artsen en professoren steunen me.”
Met behulp van zijn netwerk is het Jan alsnog gelukt, hij mag dit jaar starten met geneeskunde. “Vanuit mijn opgebouwde netwerk heb ik hulp gekregen om mijn cultuurtechnische kennis over het gedrag van een arts binnen het Nederlandse zorgdomein te vergroten. Daarnaast gaan universiteiten kritischer kijken naar hun huidige selectiecriteria. Dat geeft me een trots en goed gevoel. Ik ben gehoord en heb door mijn inspanningen een bijdrage kunnen leveren aan verandering. Hierdoor gaan er straks voor meer mensen deuren open richting de universiteiten in Nederland en dat is iets goeds.”
Carrière als tolk
Tot Jan begint aan zijn studie, zit hij niet stil. Hij studeert momenteel Bio farmaceutische wetenschappen aan de Universiteit van Leiden en is sinds een aantal maanden tolk Arabisch Syrisch en Koerdisch. Een beroep dat hem past. “Ik help graag mensen en spreek meerdere talen. Ik vind het echt heel erg leuk om te doen. Het is prachtig om te zien dat twee partijen elkaar begrijpen, zonder dat één van de twee zelf de taal spreekt. Ik merk ook dat het vak bij me past. Als tolk ben je geen partij, je moet altijd neutraal blijven. Ook wanneer je in pittige situaties terechtkomt. Dat lukt me goed, enerzijds door mijn medische achtergrond en anderzijds door wat ik heb meegemaakt in Syrië. Ik ben in staat afstand te nemen van mijn emoties en ze in perspectief te plaatsen. Dat zijn belangrijke eigenschappen voor een tolk.”
Jan kwam via een bekende in aanraking met het vak. Marion Sanders van de gemeente Maasdriel gooide een balletje op en toen ging het rollen. “Zij heeft vanuit haar werk te maken met tolken en met Global Talk. Zij vroeg me of tolk worden iets voor mij was. Ik was snel enthousiast. In het AZC hielp ik mensen al met de taalbarrière en ook in mijn omgeving help ik op die manier mensen. Om dat beroepsmatig te mogen doen, zag ik als een mooie kans.”
Beëdiging
Met zijn carrière als tolk gaat het inmiddels hard. Dagelijks voert Jan meerdere tolkdiensten uit. De feedback vanuit klanten is lovend. “Dat is heel fijn om te horen. Ik heb altijd het gevoel gehad dat het me goed afgaat, maar die bevestiging is mooi. Klanten laten weten mijn werk te waarderen en het geeft op mijn beurt heel veel voldoening om hen te helpen.”
Jan is nog niet zo heel lang tolk, maar de volgende stap staat al in de planning. “Ik ben bezig met het traject om me te laten beëdigen. Daarvoor moet ik nog één onderdeel halen en dat is tolkvaardigheden. Als ik die toets haal, dan word ik beëdigd. Ik verwacht dat me dat na de zomer gaat lukken.”
Kans voor jongeren
Met zijn 22 jaar is Jan een relatief jonge tolk. Hij hoopt dat meer jongeren zijn voorbeeld volgen. “Je kunt mensen écht helpen en het is ook goed voor je eigen ontwikkeling. Wel moet ik erbij zeggen dat het geen makkelijk vak is. Het is namelijk secuur werk. Een verkeerde vertaling kan grote gevolgen hebben. Maar ik weet zeker dat als je echt wil, alles mogelijk is. In Nederland zijn er veel kansen. Jongeren die meerdere talen spreken en die affiniteit hebben met het wegnemen van taal- en cultuurbarrières, kunnen veel bereiken. Ik zou het toejuichen!”
Hoe Jan zijn toekomst ziet is duidelijk. Hij wil koste wat kost hartchirurg worden. Tot het zover is blijft hij met liefde tolken. “Ik blijf naast mijn studie zeker tolken. Ik ga me wel meer richten op medische diensten. Ik heb nu al best veel diensten op de Radboud UMC. Als ik daar straks studeer kan ik twee vliegen in één klap slaan. Ik kan mensen helpen als tolk en ik leer zelf meer over ziektebeelden. Een win-winsituatie. Hoe het verder in de toekomst gaat lopen als ik daadwerkelijk arts ben, dat weet ik nog niet. Maar ik heb het als tolk momenteel heel goed naar mijn zin, dat blijf ik dus de komende jaren zeker doen!”